zaterdag 3 juni 2006

Aparte songteksten III

De koningen van de onbegrijpelijke Nederlandse teksten moeten Blöf zijn. De vorige hit van het album Umoja, Aanzoek Zonder Ringen, staat er vol mee:

Het ging anders dan we dachten//Wie verwacht er ook dat alles blijft, zoals het is//Maar nooit hetzelfde aanvoelt//Het is een kwestie van het zonlicht//En een kwestie van gewicht//Van de dingen die we doen//En ook de dingen die we zien//In alle landen waar we wonen//En de dochters en de zonen//elke ochtend naast de weg

Het ging sneller dan we dachten//Wie verwacht er ook dat alles ooit zo groot kan zijn//Dat het hoger gaat dan bergen//en harder dan orkanen//Dat de oceaan ondiep lijkt//bij het gat dat er in kan slaan


En weer is de vraag: Waar gaat dit over? De eerste twee zinnen zijn nog te volgen, maar dan komt het. Alles blijft inderdaad nooit zoals het is, maar hoezo verandert er iets dat hetzelfde aanvoelt? Stel: ik heb vandaag een teddybeer die zacht is, dan voelt die morgen toch niet anders aan?

Het is een kwestie van het zonlicht//En een kwestie van gewicht
Wat betekent dit? Hoezo? Wat heeft dit te maken met wat ervoor zit en met wat erna komt?

En de dochters en de zonen//elke ochtend naast de weg
Welke dochters en welke zonen en wat heeft dat met die weg te maken? Zijn dit de tippelaartjes die Blöf tegenkwam op hun rondreis door de wereld? De Afrikaanse tippelzone in een vage poëtische tekst gegoten?

Dat de oceaan ondiep lijkt//bij het gat dat er in kan slaan
De tekst die hieraan vooraf gaat is te begrijpen. Het zijn metaforen voor hoe rücksichtlos de liefde toe kan slaan en hoe diep het in kan grijpen in je leven. Maar dan die laatste 2 zinnen. Zinsontleding op de lagere school heeft mij geleerd dat het woordje "er" verwijst naar de oceaan uit het eerste gedeelte. Dus dan betekent die zin dat de oceaan ondiep lijkt bij het gat dat je in de oceaan kan slaan. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op.

Gevalletje drug-gebruik kan het, lijkt mij, niet zijn; deze sympathieke Zeeuwse boterbabbelaars zijn daar te nuchter voor. Zou het dan toch waar zijn? Zou het misschien zo gegaan kunnen zijn: We schrijven allemaal een zin op een stukje papier, stoppen die in een hoge hoed en het nummer is geschreven naar de volgorde van de zinnen die uit die hoge hoed kwam?

Geen opmerkingen: