vrijdag 1 februari 2008

Conny

Mijn vader had vroeger in zijn auto een paar cassetttebandjes waarvan er eentje van Conny Vandenbos was. De betreffende plaat, Zo wil ik leven, kan ik wel dromen.
Eind november zat ik 's avonds in de auto naar de radio te luisteren toen er een telefonisch interview met Herman Pieter de Boer werd uitgezonden. Het interview ging vooral over het werk dat hij voor Conny gedaan had en dat dat zo'n bijzondere samenwerking was geweest. Thuis gekomen heb ik de lp Zo wil ik leven uit de kast getrokken en weer eens geluisterd, ik zong alles nog steeds woordelijk mee.

Gistermiddag stond ik na het zwemmen in het kleedhokje toen de tekst van De noorderzon ineens in mijn hoofd kwam:

Toen hij de deur dichtdeed met 't paspoort in z'n jas
Had zij totaal geen weet en stond de snelkookpan op 't gas
Ze zouden zo gaan eten, de vier placemats lagen klaar
Daar stonden ouwe auto's op maar hij droeg halflang haar
Ze hadden 't zo goed, ze hoefden niets te laten staan
Hij deed iets in computers dus dat was een prima baan
Plus twee gezonde kinderen en financieel nooit klem
Hun dochter leek zo leuk op haar, het jongetje op hem

Maar hij verdween, nergens heen
't Was op een maandag
Toen hij verdween, nergens heen
De noorderzon scheen


Het is een prachtige tekst, bol met jaren zeventig beelden (bij mij dan): een snelkookpan op 't gas, vier placemats, halflang haar en verderop in de tekst komt er een wollen wantje ter sprake. Maar dan het refrein: Hij verdween, nergens heen, 't was op een maandag. En zomaar moest ik in dat kleedhokje aan die achtergebleven vrouw denken: "'t Was al een kutdag, die maandag, gaat hij er ook nog vandoor en laat me achter met twee kleine kinderen!"

Geen opmerkingen: